Artsen in medische tuchtcolleges bedreigen rechters met de dood!

Lees hieronder de schokkende en openhartige bekentenis van de echtgenote van een rechter die lid is van een medisch tuchtcollege. Ik roep deze vrouw op om contact met mij op te nemen.

‘Medische tuchtcolleges zijn nog erger dan hierboven op deze website staat. Mijn man is rechter en lid van een regionaal medisch tuchtcollege. Hij is al meermaals uitgescholden, bespuugd en zelfs met de dood bedreigd door leden-artsen als hij zich verzette tegen een ongegrondverklaring. Van collega-rechters weet hij dat het er in andere medische tuchtcolleges hetzelfde toegaat.’

Zowel Regionaal als Centraal Medisch KLUCHTcollege redeneert in cirkel om arts te ‘dekken’

Adviserend geneeskundige van Agis Zorgverzekeringen aangeklaagd

Bij het Medisch Tuchtcollege Amsterdam heb ik een klacht ingediend tegen de arts voor maatschappij en gezondheid B. Zij is werkzaam als adviserend geneeskundige bij Agis Zorgverzekeringen.

Ik heb Agis Zorgverzekeringen toestemming gevraagd voor een operatie in het buitenland omdat ik in Nederland niet terechtkon voor tijdige en adequate medische behandeling. Mw. B. heeft echter een negatief advies uitgebracht waardoor ik geen toestemming kreeg. De klacht heeft betrekking op het volgende.

1. B. heeft zich onvoldoende onafhankelijk opgesteld. Zij heeft naar een conclusie toe gewerkt. Daarmee heeft zij haar plicht als arts jegens mij verzuimd.

2. Het rapport van B. is ondeugdelijk en volstrekt ongemotiveerd. Toen zij dacht over informatie te beschikken die de conclusie waar zij naar toe wilde of moest, ondersteunde, heeft zij haar onderzoek gestaakt. De bestuursrechter mw. mr. C.J. Polak heeft in het kader van een verzoek om een voorlopige voorziening op 26 februari 2001 uitgesproken: ‘Hoewel het thans bestreden besluit verwijst naar een negatief advies van de Medische Adviesdienst [i.c. B.], is de president van een gedegen, met de vereiste zorgvuldigheid tot stand gekomen medisch advies niet gebleken. De voorhanden zijnde gedingstukken wijzen er voorts niet op dat ook overigens aan het bestreden besluit een zorgvuldig onderzoek is voorafgegaan.’

3. B. heeft gesteld dat de behandeling die ik moest ondergaan, een gebruikelijke operatie is en dat de behandeling voorhanden is in Nederland. Drie specialisten hebben mij laten weten dat ik in Nederland niet terechtkon voor tijdige en adequate medische behandeling. Daarom heb ik aan B. gevraagd welke Nederlandse arts volgens haar de operatie zou kunnen uitvoeren. B. kon geen arts noemen en zei daarom dat het gaat om een ongebruikelijke operatietechniek want dan hoeft Agis Zorgverzekeringen de operatie niet te betalen. Dit standpunt kon ze niet volhouden. Daarom herriep ze het weer.

4. Uit een interne e-mail van Agis Zorgverzekeringen blijkt de werkelijke reden waarom B. een negatief advies heeft gegeven. Zij merkt op: ‘De kosten van deze operatie zijn exorbitant.’ In werkelijkheid zijn de kosten helemaal niet exorbitant. Verder schrijft ze: ‘We zullen zijn aanvraag voor het buitenland dus afwijzen op grond van onnodig duur, voldoende alternatieven mogelijk.’ Wat die alternatieven zijn, heeft B. nooit uitgelegd. Toen de bestuursrechter aan B. vroeg welke alternatieve behandelingen zij bedoelde, zat ze met haar mond vol tanden. De bestuursrechter heeft dan ook uitgesproken: ‘Daarnaast is verweerder van opvatting dat er voor verzoeker alternatieven zijn, in die zin, dat hij door andere gerenommeerde artsen in Nederland, België en Duitsland adequaat zou kunnen worden geholpen. De president merkt vooreerst op dat dit standpunt afwijkt van hetgeen in het bestreden besluit staat vermeld. Tevens zij er op gewezen dat verweerders stelling dat er geschikte alternatieven voorhanden zijn op geen enkele wijze – althans ter zitting – kon worden onderbouwd.’

5. Ik heb enkele brieven naar B. gefaxt vanuit het hoofdpostkantoor in Amsterdam. Op die brieven staat dan ook de afkorting van: Postkantoor Nederland BV Amsterdam-Centrum Singel. Toch is B. zo onzorgvuldig geweest dat ze haar antwoord gefaxt heeft naar het hoofdpostkantoor. Hiermee heeft zij mijn privacy geschonden.

6. Mijn juridisch adviseuse heeft B. gebeld om een toelichting te vragen op haar brief. B. was op dat moment niet bereikbaar en belde later terug. Tijdens dit gesprek had B. geen weerwoord op inhoudelijke vragen, schreeuwde tegen mijn adviseuse en gooide zelfs de hoorn erop.

7. B. heeft mij er volstrekt ten onrechte van beschuldigd dat ik haar met lichamelijk geweld gedreigd heb. Dit heb ik niet genomen. Ik ben naar de politie gestapt en heb aangifte gedaan wegens smaad, laster en belediging.

*

Medisch KLUCHTcollege Amsterdam redeneert in cirkel om arts te ‘dekken’

Het Medisch Tuchtcollege Amsterdam heeft bij zijn uitspraak van 10 september 2002 (zaak 02/007) beslist dat mijn klacht tegen B. ongegrond is. Met deze beslissing kon ik mij niet verenigen omdat het Medisch Tuchtcollege Amsterdam onzorgvuldig, onvoldoende of in het geheel niet heeft overwogen op de stellingen die ik naar voren heb gebracht. Ik heb dan ook beroep ingesteld bij het Centraal Medisch Tuchtcollege. In deze casus bestaat het Medisch Tuchtcollege Amsterdam uit J.A.J. Peeters, rechter van arrondissementsrechtbank Amsterdam, J. Bellaar Spruyt (Jaap Bellaar Spruyt) (1947), internist van Ziekenhuis Hilversum, en mw. M. Bakker, verzekeringsarts van UWV Amsterdam.

Het Medisch Tuchtcollege Amsterdam heeft zich opnieuw straalbelachelijk gemaakt. Het heeft bewezen dat het de aanduiding ‘Medisch KLUCHTcollege’ dubbel en dwars verdient.

De kluchtrechters J.A.J. Peeters, J. Bellaar Spruyt en mw. M. Bakker hebben slechts één onderdeel van mijn klacht weergegeven en alleen hierop beslist.

J.A.J. Peeters, J. Bellaar Spruyt en mw. M. Bakker schrijven: ‘[…] klager’s KNO-arts […].’ Héél dom van J.A.J. Peeters, J. Bellaar Spruyt en mw. M. Bakker! Het is brugklasstof dat er geen apostrof hoort vóór de tweedenaamvals-s van een woord dat eindigt op een r. Is het verwonderlijk dat de uitspraak van drie onderontwikkelde tuchtrechters van geen kanten deugt?

J.A.J. Peeters, J. Bellaar Spruyt en mw. M. Bakker schrijven: ‘Verweerster heeft […] de alternatieven voor de door klager gewenste medische ingreep onderzocht.’ J.A.J. Peeters, J. Bellaar Spruyt en mw. M. Bakker kletsen gigantisch uit hun nekharen. Als B. werkelijk alternatieven had onderzocht, had ze geweten wat die alternatieven waren. Of liever: had ze geweten dat die er niet waren. Zie punt 4 hierboven.

J.A.J. Peeters, J. Bellaar Spruyt en mw. M. Bakker beweren dat B. ‘de zorg op een voor de verzekeringsmaatschappij aanvaardbare wijze [heeft] aangeboden.’ Welke zorg heeft B. mij volgens J.A.J. Peeters, J. Bellaar Spruyt en mw. M. Bakker aangeboden? In werkelijkheid heeft B. mij helemaal geen zorg aangeboden. Sterker nog: zij heeft mij zorg onthouden.

De vervolgbewering van J.A.J. Peeters, J. Bellaar Spruyt en mw. M. Bakker dat ik niet op aangeboden zorg zou zijn ingegaan, raakt dus kant noch wal.

J.A.J. Peeters, J. Bellaar Spruyt en mw. M. Bakker beweren: ‘Van een ondeugdelijk rapport blijkt niet, noch van een ongemotiveerde beslissing. De beslissing van Agis van 6 december, die steunt op het advies van verweerster, is immers deugdelijk gemotiveerd.’ Dit is een cirkelredenering: J.A.J. Peeters, J. Bellaar Spruyt en mw. M. Bakker beweren dat de beslissing niet ongemotiveerd is omdat die gemotiveerd is, de beslissing is dus volgens J.A.J. Peeters, J. Bellaar Spruyt en mw. M. Bakker gemotiveerd omdat die gemotiveerd is. Het is evident dat het Medisch KLUCHTcollege Amsterdam een arts probeert te ‘dekken’ terwijl het geen enkel steekhoudend argument heeft. De bestuursrechter, die wel als onpartijdig geldt, had allang vastgesteld dat er wel degelijk sprake is van een ondeugdelijk rapport en een ongemotiveerde beslissing. Zie punt 2 hierboven.

Laten we eens kijken hoe ‘deugdelijk gemotiveerd’ die beslissing van 6 december 2000 is. De motivering van die beslissing luidt: ‘De behandeling die u moet ondergaan en de te leveren zorg is te doen gebruikelijk in Nederland en er is geen medische noodzaak om deze uit te laten voeren in het buitenland.’ Waarom er geen medische noodzaak is om de behandeling uit te laten voeren in het buitenland, wordt op geen enkele wijze onderbouwd. Er is dus helemaal geen sprake van een deugdelijke motivering.

B. en de raad van bestuur van Agis Zorgverzekeringen wisten verduveld goed dat de beslissing van 6 december 2000 ondeugdelijk en ongemotiveerd was. En wat nog belangrijker is: ze wisten dat ze op grond van die beslissing de aanvraag voor toestemming voor de operatie in het buitenland niet konden afwijzen en dat wilden ze per se want de kosten van deze operatie vonden ze ‘exorbitant’. Daarom herriepen ze hun beslissing. Het was hun duidelijk dat de operatie die ik moest ondergaan, maar zeer weinig wordt uitgevoerd in Nederland. Ze dachten slim te zijn door te beweren dat het gaat om een ongebruikelijke operatietechniek want dan hoeft Agis Zorgverzekeringen niet te betalen.

*

Ook Centraal Medisch KLUCHTcollege redeneert in cirkel om arts te ‘dekken’

Het Centraal Medisch Tuchtcollege heeft bij zijn uitspraak van 16 december 2003 (zaak 2003/011) beslist dat het Medisch Tuchtcollege Amsterdam ten onrechte heeft gesteld dat ik niet zou zijn ingegaan op zorg die Agis Zorgverzekeringen mij zou hebben aangeboden. Verder zegt het CMT: ‘[…] de behandeling van de zaak in hoger beroep [heeft] het Centraal College geen aanleiding gegeven tot het vaststellen van andere feiten of omstandigheden en het maken van andere gevolgtrekkingen dan het College van eerste aanleg heeft gedaan.’ Dit onderbouwt het CMT op geen enkele wijze. Het CMT baseert de verwerping van mijn beroep dus enkel en alleen op een cirkelredenering. Erg verwonderlijk is dit niet want het CMT houdt niet alleen artsen de hand boven het hoofd maar ook zijn vijf kleine broertjes, de regionale medische tuchtcolleges.

Enerzijds zie ik het als een groot compliment dat het CMT het overweldigende bewijsmateriaal voor de tuchtrechtelijk verwijtbare gedragingen van B. dat ik heb aangedragen, afdoet met een volstrekt gratuite bewering. Het is vijf beschermheren van de medische stand niet gelukt om gemotiveerd ook maar iets af te dingen op het overstelpende bewijsmateriaal. Anderzijds getuigt deze partijdige poppenkast van een ongekende hufterigheid.

De zoveelste klucht van het Centraal Medisch KLUCHTcollege is opgevoerd door de volgende kluchtfiguren: R.A. Torrenga (Rudolf Aart Torrenga, Rudolf Torrenga) (1945), rechter van arrondissementsrechtbank en gerechtshof Amsterdam, A.H.A. Scholten (Auko Scholten), rechter van gerechtshof Amsterdam, P.M. Brilman (Paul Brilman), rechter van gerechtshof Amsterdam, W.H.J. Derks (Ward Derks), orthopedisch chirurg van Diakonessenhuis in Utrecht, en J.H. Hulshof (Jan Hulshof), KNO-arts van Rijnland Ziekenhuis in Leiderdorp.

Tijdens de zitting sloeg J.H. Hulshof een gigantisch pleefiguur. J.H. Hulshof stelde allerlei vragen waaruit bleek dat hij nog te belabberd is geweest om het dossier fatsoenlijk door te nemen.

*

Opnieuw adviserend geneeskundige van Agis Zorgverzekeringen aangeklaagd

Op 31 januari 2003 heeft de bestuursrechter van de arrondissementsrechtbank in Amsterdam de vraag behandeld of Agis Zorgverzekeringen de operatie moet betalen en mij een immateriëleschadevergoeding moet betalen omdat ze mijn medische behandeling met 168 dagen hebben opgehouden door te liegen en bedriegen. De raad van bestuur heeft zelfs allerlei stukken die voor Agis Zorgverzekeringen belastend zijn, niet naar het College voor zorgverzekeringen gestuurd om hun advies te manipuleren. Hiermee heeft de raad van bestuur een zeer scheve schaats gereden. Tijdens de zitting trad internist H. op als adviserend geneeskundige van Agis Zorgverzekeringen.

H. heeft voor de rechtbank aperte onwaarheden verkondigd met als enig doel dat zijn werkgever de operatie niet hoefde te betalen. H. heeft zich onvoldoende onafhankelijk opgesteld. H. heeft zijn plicht als arts jegens mij verzuimd. H. heeft met zijn handelen het vertrouwen in de stand der geneeskundigen ernstig ondermijnd. Ik heb dan ook een klacht tegen H. ingediend bij het Medisch Tuchtcollege Amsterdam.

Zou het H. gelukt zijn om de rechtbank om de tuin te leiden? De rechtbank heeft bij uitspraak van 6 maart 2003 mijn beroep gegrond verklaard, de bestreden beslissing vernietigd en fors uitgehaald naar Agis Zorgverzekeringen: ‘Gelet op de motivering van het bestreden besluit, bezien in samenhang met hetgeen verweerder daarop ter zitting heeft toegelicht is de rechtbank niet duidelijk wat de grondslag van het bestreden besluit is’, ‘Met eiser is de rechtbank dan ook van oordeel dat verweerder het bestreden besluit onvoldoende heeft onderbouwd. Tevens bevat het bestreden besluit geen begrijpelijke motivering. Onduidelijk is gebleven welk standpunt verweerder aan het bestreden besluit ten grondslag heeft gelegd’ en ‘Het vorenstaande leidt tot de slotsom dat het bestreden besluit onvoldoende is onderbouwd, een deugdelijke motivering mist en te laat is genomen.’ Grote klasse van de – onpartijdige – bestuursrechter mw. mr. F. Hoogendijk!

En wat durfden de – partijdige – tuchtrechters J.A.J. Peeters, J. Bellaar Spruyt, mw. M. Bakker, R.A. Torrenga, A.H.A. Scholten, P.M. Brilman, W.H.J. Derks en J.H. Hulshof ook weer te beweren over het motiveringsgehalte van de beslissing? Inderdaad, een grof schandaal! Na de tuchtrechterlijke dwaling van het Centraal Medisch KLUCHTcollege realiseer ik me pas echt wat een fantastische rechter en een geweldige vrouw mr. F. Hoogendijk is.

Ik heb me voorgenomen om artsen die in medische kluchtcolleges zitten, hoe dan ook nooit meer te consulteren. Als iedereen dit doet, hebben ze geen enkele patiënt meer en trekken ze zich wel terug uit medische kluchtcolleges. Dan is het eindelijk gedaan met die partijdige poppenkast.

*
Brief op poten aan de procureur-generaal van de Hoge Raad

Hoge Raad der Nederlanden

De heer prof. mr. A.S. Hartkamp

Procureur-generaal

Postbus 20303

2500 EH ‘s-GRAVENHAGE

Amsterdam, 22 mei 2005

Betreft: verzoek tot heroverweging van uw beslissing + verzoek tot cassatie in het belang der wet ingevolge art. 75 Wet BIG + verzoek tot vorderingen tot ontslag van (tucht)rechters

Edelhoogachtbare heer Hartkamp,

1. Met uw brief van 13 mei 2005 hebt u zich naar mijn mening volkomen belachelijk en ongeloofwaardig gemaakt.

2. U schrijft dat ik u in mijn brief van 10 januari 2004 verzoek om een vordering tot cassatie in het belang der wet in te stellen tegen een beslissing van het Centraal Medisch Tuchtcollege van 10 september 2002 (klacht tegen B.). In werkelijkheid gaat het om een beslissing van het Centraal Medisch Tuchtcollege van 16 december 2003 (zaaknummer 2003/011). Naar mijn stellige overtuiging hebt u deze kolossale blunder gemaakt omdat u allesbehalve zorgvuldig en onbevooroordeeld naar mijn zaak gekeken hebt, voor zover u er überhaupt naar gekeken hebt. Ik sluit niet uit dat u de hete aardappel op het bordje van een medewerker (de kabinetschef mw. S. van den Oever?) hebt gedeponeerd.

3. U hebt ruim 16 maanden de tijd genomen om mijn cassatierekest te beantwoorden. Ik verdenk u ervan dat u mij hiermee probeert te ontmoedigen. U weet verduveld goed dat niemand zin heeft in jarenlange procedures. Vooral verzekeringsmaatschappijen die niet willen uitkeren, zijn een meester in het bedenken van vertragingstactieken om de tegenstander op de knieën te krijgen. Verder verdenk ik u ervan dat u hiermee de suggestie wilt wekken dat u buitengewoon zorgvuldig te werk bent gegaan. Uit punt 2 hierboven blijkt echter dat u er in werkelijkheid met de pet naar gegooid hebt. Voor de goede orde merk ik op dat ik ook wel begrijp dat u meer te doen hebt dan mijn cassatierekest te behandelen en ik niet binnen 3 weken een antwoord verwacht had, maar 16 maanden vind ik geen redelijke termijn als het om een buitengewoon ernstige zaak gaat.

4. U schrijft: ‘Uw bezwaar tegen de uitspraak betreft de motivering daarvan; naar uw mening is van een draagkrachtige motivering geen sprake.’ Op zijn zachtst uitgedrukt gebruikt u een uiterst bedenkelijke truc om mij af te poeieren. Iets minder diplomatiek geformuleerd verkracht u op schaamteloze wijze de werkelijkheid. Ten eerste heb ik beweerd en aangetoond dat de betreffende uitspraak van het Centraal Medisch Tuchtcollege enkel en alleen gebaseerd is op een cirkelredenering. U zwakt dit ertoe af dat de beslissing naar mijn mening niet draagkrachtig is. Omdat u niet argumenteert dat er geen cirkelredenering is gebruikt, weet u klaarblijkelijk verdraaid goed dat er wel degelijk sprake is van een cirkelredenering. Ten tweede gaat u geheel voorbij aan mijn andere cassatiemiddelen.

5. U schrijft: ‘Bij de totstandkoming van de Wet op de Beroepen in de Individuele Gezondheidszorg (Wet BIG) heeft de wetgever bij de mogelijkheid om cassatie in het belang der wet in te stellen […] met name gedacht aan […]’ (cursivering toegevoegd).1 Ook hier probeert u mij met een kluitje in het riet te sturen. Inderdaad, ‘met name’. De wetgever heeft dus ook aan andere gevallen gedacht. Zou de wetgever met de Wet BIG ook niet beoogd hebben om de kwaliteit van het medisch handelen te bewaken en te bevorderen en de belangen van de patiënt te beschermen? Wat dunkt u? Dat u zich tracht te verschuilen achter de wetgever, zie ik als een zwaktebod. U bent helemaal niet gebonden aan de bedoelingen van de wetgever. Als het goed is, weet u dat nog beter dan ik.

6. Tot slot wijst u mij erop dat cassatie in het belang der wet geen verandering brengt in de positie van partijen. Hartelijk bedankt hiervoor. Ik vind dit bijzonder aardig van u, maar ik was al op de hoogte van art. 98 Wet op de rechterlijke organisatie. Verder heb ik gelezen: W.H.B. den Hartog Jager: Cassatie in het belang der wet, Een buitengewoon rechtsmiddel. Arnhem, 1994. (Handelseditie dissertatie). Het ware mij liever geweest als u op andere gebieden wat aardiger tegen me had gedaan.

7. De klap op de vuurpijl vind ik dat u stelt dat ik door toewijzing van een vordering tot cassatie in het belang der wet niet gebaat zou zijn. Nu maakt u er toch echt een potje van. Een toewijzing van deze vordering zie ik als een enorme morele genoegdoening. Daar ben ik dus wel degelijk bij gebaat. Wat echter veel belangrijker is en waar het eigenlijk om gaat, is dat er zo snel mogelijk een einde moet komen aan de schandalige praktijken van medische tuchtcolleges, lees: medische kluchtcolleges. Deze kankergezwellen moeten met chirurgische precisie uit onze samenleving gereseceerd worden. Denkt u dat medische kluchtcolleges stoppen met het recht te verkrachten en patiënten tot op het bot te vernederen en te koeioneren als ze weten dat u verzoeken tot cassatie in het belang der wet met een lullig flutbriefje afwijst?2

8. Op grond van het bovenstaande verzoek ik u met de grootst mogelijke nadruk om uw beslissing van 12 mei 2004 – dat het niet opportuun zou zijn om een rechterlijke uitspraak die enkel en alleen op een cirkelredenering is gebaseerd, voor te dragen voor cassatie in het belang der wet! – te heroverwegen. Mocht u dit weigeren, dan verzoek ik u om uw functie met onmiddellijke ingang neer te leggen omdat u mijns inziens dan een groot gevaar bent voor de Nederlandse rechtsstaat.

9. Verder verzoek ik u om ook de beslissing van het Centraal Medisch Kluchtcollege (P. Neleman, G.Chr. Kok, mw. M. Wigleven, M.J. Kelder en J.S. Pöll) van 1 februari 2005 in de zaak 2004/114 (klacht tegen H.) voor te dragen voor cassatie in het belang der wet, ook al weet ik dat de kans erg groot is dat u dit ‘niet opportuun acht’. Ik vermoed dat u weinig zin hebt om uw collega P. Neleman voor het hoofd te stoten. Scheve gezichten tijdens feestjes zult u wel wensen te vermijden. In deze zaak heeft het Centraal Medisch Kluchtcollege – omdat u tot nog toe hebt geweigerd uw verantwoordelijkheid te nemen door niet adequaat op te treden tegen de partijdige poppenkast van medische kluchtcolleges! – dezelfde misselijkmakende trucs toegepast. Het Medisch Kluchtcollege Amsterdam is niet ingegaan op mijn argumenten en heeft mijn klacht tegen H. ongegrond verklaard. Uiteraard zonder draagkrachtige motivering. Het Centraal Medisch Kluchtcollege weigert – ondanks mijn uitdrukkelijk verzoek en de verplichting van de Wet BIG! – zijn beslissing te motiveren. Het heeft slechts uitgesproken: ‘De behandeling van de zaak in hoger beroep heeft het Centraal Tuchtcollege [lees: Kluchtcollege] niet geleid tot de vaststelling van andere feiten en tot andere beschouwingen en beslissingen dan die van het Regionaal Tuchtcollege [lees: Kluchtcollege] […].’ Komt u deze dooddoener ook niet bekend voor? Precies, in mijn tuchtzaak tegen B. – en naar alle waarschijnlijkheid in vele andere zaken – heeft het Centraal Medisch Kluchtcollege zich ook hiervan bediend. Markant is dat H. geen verweerschrift in beroep heeft ingediend, niet op de zitting van het Centraal Medisch Kluchtcollege is verschenen en ook geen bericht van verhindering heeft gestuurd. Had H. het Centraal Medisch Kluchtcollege een nóg hardere klap in het gezicht kunnen geven? Had H. nóg duidelijker kunnen laten blijken dat hij het Centraal Medisch Tuchtcollege ziet als een groot KLUCHTcollege waarvan een arts nauwelijks iets te vrezen heeft? Had H. nóg overtuigender kunnen aangeven dat hij ronduit schijt heeft aan het Centraal Medisch Kluchtcollege en z’n reet afveegt aan het Centraal Medisch Kluchtcollege? In L.F. Markenstein: ‘Het tuchtrecht voor huisartsen in de Wet BIG’. In: Bijblijven 14 (1998), nr. 6, p. 45-52 staat: ‘Partijen zijn niet verplicht te verschijnen. Maar in de praktijk wordt het de aangeklaagde arts uiterst kwalijk genomen als hij/zij niet verschijnt. Ook in het geheel weigeren op een klacht te reageren werd een huisarts kwalijk genomen: het werd als onprofessioneel en verwijtbaar bestempeld’ (p. 47). Als een medisch kluchtcollege een arts geen tuchtrechtelijke maatregel wil opleggen, doet het dat ook niet, al is dit nog zo ongerijmd en al moet het zich in de meest krankzinnige bochten wringen. Hopelijk neemt u het mij niet kwalijk dat ik totaal geen zin heb om u het hele dossier van mijn tuchtzaak tegen H. toe te sturen. Vraagt u dat maar op bij het Centraal Medisch Kluchtcollege. Daar krijgt u een riant salaris voor, waaraan ik via de belastingen meebetaal.

10. Hoe komen beslissingen van medische kluchtcolleges tot stand? In G.B.W.M. Wensing: ‘De rol van de huisarts in het tuchtcollege’. In: Bijblijven 14 (1998), nr. 6, p. 59-63 is hierover het een en ander te vinden. De heer Wensing is huisarts en lid van het Medisch Tuchtcollege Eindhoven. Ik citeer hem: ‘Daarna wordt de beslissing door de voorzitter goed juridisch onderbouwd, uitgeschreven in een conceptvonnis en aan de leden toegezonden ter correctie, aanvulling en goedkeuring’ (p. 61) en ‘De klacht wordt met uitvoerige overwegingen gegrond of ongegrond verklaard’ (p. 62). Prachtige woorden, maar de praktijk is vaak anders. Opvallend is dat hij schrijft: ‘Daar ook uitspraken mensenwerk zijn, zullen er altijd enkele bij zijn die minder sterk of zelfs controversieel zijn’ (p. 62). Het bloed kruipt waar het niet gaan kan. Hij besluit zijn artikel met tips voor aangeklaagde artsen: ‘Probeer als het ten slotte wel tot een klacht komt, dan na de aanvankelijke teleurstelling, woede, gekwetstheid en depressie uzelf terug te vinden. Probeer zoveel mogelijk feiten te verzamelen en probeer een zakelijk niet-emotioneel verweer te schrijven. Schakel via uw rechtsbijstandsverzekering vroegtijdig een advocaat in die bekend is met het medisch tuchtrecht om u voor juridische uitglijders te behoeden’ (p. 63). Hoe het er werkelijk toegaat, weet ik niet zeker omdat dit het geheim van de raadkamer is. Maar volgens mij gaat het als volgt. De artsen in de medische kluchtcolleges maken de dienst uit. Omdat onder artsen de ongeschreven wet geldt om elkaar de hand boven het hoofd te houden, worden verreweg de meeste gegronde klachten toch ongegrond verklaard. De rechters zitten erbij om het opgevoerde toneelstukje de schijn van rechterlijke onpartijdigheid te geven. Ze durven de artsen niet tegen de haren in te strijken omdat ze dan niet meer welkom zijn. Gezien de bijverdiensten willen de betreffende rechters toch zitting nemen in de medische kluchtcolleges. In wezen zitten ze er dus voor spek en bonen bij. Ik wijs er met klem op dat de meeste rechters te integer zijn om zich voor rechtsverkrachting te lenen. Al zouden deze rechters een miljoen euro krijgen om hun naam te zetten onder een onterechte ongegrondverklaring, dan doen ze dat nog niet. De allerergste figuur is mijns inziens zonder twijfel R.A. Torrenga (Rudolf Aart Torrenga, Rudolf Torrenga). Eerlijk is eerlijk, er gelden volgens mij verzachtende omstandigheden. Zijn vader was gynaecoloog. Ik vermoed dat hij het met de paplepel ingegoten heeft gekregen om artsen te ‘dekken’. Overigens weten medische tuchtcolleges – en ook R.A. Torrenga – heus wel hoe het hoort.3 Zie de uitspraken van het Centraal Medisch Tuchtcollege van 7 juni 2001 tegen K. (zaaknummer 00/115) en tegen M. (zaaknummer 00/116). Ik ben op de zittingen van deze zaken geweest. Uit de kritische vragen van de psychiater F.E.R.E.R. de Jonghe kon gevoeglijk geconcludeerd worden dat hij de klachten gegrond vond. Beide uitspraken zijn voorbeeldig gemotiveerd. Medische tuchtcolleges kunnen het dus wel, maar meestal willen ze niet.

11. Inmiddels heb ik de tekst ‘Zowel Regionaal als Centraal Medisch KLUCHTcollege redeneert in cirkel om arts te “dekken” ’ op internet gepubliceerd omdat ik het zéér opportuun acht om de partijdige poppenkast van medische kluchtcolleges aan de kaak te stellen. Uiteindelijk zal ik alle stukken van mijn tuchtzaken tegen B. en H. op internet zetten. Op http://www.tuchtcollege-gezondheidszorg.nl worden alleen de beslissingen gepubliceerd en niet de achterliggende stukken. Hierdoor is vaak niet te zien dat de uitspraken van geen kanten deugen. Je reinste volksverlakkerij noem ik dit. Ik wil bevorderen dat de wetgever de Wet BIG aanpast. Artsen horen niet thuis in medische tuchtcolleges. Die moeten uitsluitend bezet worden door rechtschapen rechters. De medische inbreng dient te geschieden door verklaringen van artsen. Dan zijn die medische standpunten tenminste controleerbaar en verifieerbaar. In het burgerlijk, straf- en bestuursrecht werkt dit uitstekend.

12. Tot slot verzoek ik u om ingevolge art. 111 lid 2 sub d Wet RO tegen J.A.J. Peeters, R.A. Torrenga (1945), A.H.A. Scholten, P.M. Brilman, U.W. Bentinck, P. Neleman (Pieter Neleman) (10-7-1936), G.Chr. Kok (15-10-1935) en mw. M. Wigleven (Marian Wigleven) (1946) vorderingen tot ontslag in te stellen.

Noten

1. Met alle respect, maar ik vind het vrij dom van u dat u de woorden ‘Beroepen’, ‘Individuele’ en ‘Gezondheidszorg’ niet met een kleine letter hebt geschreven. U zult toch wel eens gehoord hebben van de citeertitel van wetten.

2. Was het te veel gevraagd om uw pennenvruchtje met een groet of enige achting af te sluiten?

3. Ook P. Neleman blijkt te weten wat onafhankelijke en onpartijdige rechtspraak is. Zie o.a. HR 19 januari 1996, NJ 1997, 274.

Hoogachtend,

*

Procureur-generaal van de Hoge KLUCHTraad maakt zich opnieuw belachelijk

Op bovenstaande brief heeft A.S. Hartkamp (Arthur Severijn Hartkamp, Arthur Hartkamp) (1945)  gereageerd bij brief van 27 mei 2005. In dit korte briefje, dat niet vrij is van spelfouten, schrijft A.S. Hartkamp dat hij de beslissing van het Centraal Medisch Kluchtcollege tegen H. niet wil voordragen voor cassatie in het belang der wet, ‘omdat in die uitspraak geen algemene rechtskwestie speelt die in het belang der wet opheldering behoeft.’

Om mijn eerste cassatierekest (klachtprocedure tegen B.) te beantwoorden had A.S. Hartkamp ruim 16 maanden de tijd nodig. Voor mijn tweede cassatierekest (klachtprocedure tegen H.) had A.S. Hartkamp maar 4 dagen nodig! Hiermee heeft dit edelhoogachtbaar kluchtfiguur zich opnieuw volkomen belachelijk en ongeloofwaardig gemaakt.

*

R.A. Torrenga is een gevaarlijke rechter

Op 9 februari 2006 vond in Rotterdam een symposium over medische fouten plaats. R.A. Torrenga, voorzitter van het Centraal Medisch Tuchtcollege, was een van de sprekers. SIN-NL legde hem de volgende informatie voor en vroeg hem om zijn mening. Op basis van het Amerikaanse rapport To err is human uit 1999 kan geconcludeerd worden dat er in Nederland circa 10 mensen per dag sterven door onnodige medische fouten. De reactie van R.A. Torrenga op het onnodig hoge sterftecijfer door medische fouten was: ‘Dood gaan wij allemaal.’ Er ging een geweldige schok door de zaal. De 80 aanwezigen leken te denken: deze gevaarlijke rechter hoort beslist niet thuis in het Centraal Medisch Tuchtcollege.
Volgens SIN-NL is het volstrekt onverantwoord en maatschappelijk onaanvaardbaar om kluchtrechter R.A. Torrenga te handhaven als voorzitter van het Centraal Medisch Tuchtcollege. R.A. Torrenga heeft geen enkel respect voor de slachtoffers van medische fouten en hun familieleden en toont geen enkele objectiviteit en onafhankelijkheid in zijn oordeelsvorming. SIN-NL heeft R.A. Torrenga daarom op zijn website op de zwarte lijst geplaatst. Ik steun deze nominatie van harte, omdat ik vind dat deze gevaarlijke rechter absoluut gestopt moet worden.

*

Links

www.artsenmaffia.nl

een voortreffelijke website over medische missers en medische fouten, die medische tuchtcolleges typeert als kluchtcolleges die opgedoekt moeten worden

www.franshoek.info

een uitstekende website die buitengewoon gedetailleerd de schandalige praktijken van de medischtuchtrechtmaffia blootlegt

http://medische-fouten.startpagina.nl

een prima verzameling links naar fouten, missers en misstanden in de medische wereld

twitter.com/Tal070
Het medisch tuchtcollege wordt een medisch kluchtcollege genoemd.
https://mannendiscriminatie.home.blog
Een juriste toonde zich dermate partijdig dat zij zeer welkom zou zijn in het medisch kluchtcollege.
http://www.forumvannederland.nl/arch/modules.php?name=News&file=article&sid=102
Weg met het Medisch Kluchtcollege
https://www.letselschadehaaglanden.nl/aansprakelijkheidsverzekeraars-ziekenhuizen-hard-en-wettelijk-aanpakkeb/
Het Medisch Tuchtcollege wordt door velen het Medisch Kluchtcollege genoemd.
https://www.medicalfacts.nl/2013/11/12/nieuwsuur-in-tuchtcolleges-houden-artsen-elkaar-het-hand-boven-het-hoofd/
De term “het Medisch Kluchtcollege” zegt eigenlijk al genoeg.
https://radar.avrotros.nl/forum/letselschade-f33/de-houding-van-het-verzekeringswezen-en-zijn-afwim-t30200-s40.html
Kluchtcollege is nog een aardig eufemisme.